De Pelagia wordt beladen voor de reis. (Foto's: Judith Ploegman)
De Pelagia wordt beladen voor de reis. (Foto's: Judith Ploegman)

Unieke expeditie voor NIOZ-schip Pelagia

Laatste nieuwsberichten
Honderd wetenschappers, twintig universiteiten en onderzoeksinstituten en veertig onderzoeksvoorstellen. Nog nooit voer de RV Pelagia, NIOZ’s schip voor oceaanonderzoek en de enige in zijn soort, uit met zoveel Nederlandse kennis aan boord. Het schip vertrekt komende week vanaf thuishaven Texel voor een reis van 186 dagen door vijf oceaanprovincies in twaalf etappes. NICO heet de expeditie: Netherlands Initiative Changing Oceans.

Het schip zou maandag vertrekken vanaf de NIOZ-haven, maar het vertrek is vanwege een technisch mankement een paar dagen uitgesteld: “Er is een lekje ontdekt in een van de brandstoftanks. Het is niets ernstigs, maar het moet wel gerepareerd worden voor we uitvaren. We vertrekken dus een paar dagen later dan gepland,” vertelt Kim Sauter, hoofd communicatie van het NIOZ.

De missie is bedoeld om kennis op te doen over veranderende zeeën. De kennis die de wetenschappers opdoen, kan gebruikt worden om beleid te ontwikkelen. Maria van Leeuwe, marien bioloog en verbonden aan de universiteit Groningen, is één van de wetenschappers die mee gaat. Ze vaart van de Bahama’s naar Ierland om onderzoek te doen naar algen, samen met NIOZ-microbioloog Corina Brussaard.

“Algen produceren zwavel als ze groeien. Die zwavel is belangrijk voor de vorming van wolken. Hoe warmer het wordt, hoe beter algen kunnen groeien, hoe meer zwavel ze produceren, hoe meer wolken er ontstaan. Eigenlijk koelen de algen, die beter kunnen groeien door de opwarming van de zeeën, om die manier de aarde af. Dat is althans de theorie.”

Ze vertelt over de Gaia-hypothese, een wetenschappelijke theorie die stelt dat organismen en de atmosfeer zich zo aan elkaar aanpassen dat er evenwicht is, een gunstig evenwicht voor het leven op aarde. Het onderzoek aan boord van de Pelagia gaat misschien wel voor onderbouwing van die theorie zorgen.

Lennart de Nooijer uit Den Burg, die als bio-geoloog bij het NIOZ werkt, vaart mee van thuishaven Texel naar de Canarische eilanden. Het is een bijzondere expeditie, vindt hij, omdat al die geïsoleerde vakgebieden van het zee-onderzoek nu bij elkaar komen.

Zelf gaat De Nooijer onderzoek doen met geologen: “Ik kan iets zeggen over de chemische samenstelling van beestjes. Geologen kunnen iets zeggen over het verleden door bodemmonsters te onderzoeken. Door die kennis samen te voegen hopen we informatie op te doen over het klimaat en hoe dat veranderd is. Fossielen uit de zeebodem kunnen ons bijvoorbeeld iets vertellen over hoe lang zo’n organisme heeft bestaan en in welke omstandigheden.”

Op alle etappes worden monsters genomen om te kunnen onderzoeken hoeveel plastic er in de oceanen zwerft. Het is voor het eerst dat daar zo uitgebreid onderzoek naar wordt gedaan, er is nog maar weinig bekend over hoeveelheden en over hoe en hoe snel plastic vergaat. Die monsters kunnen worden gebruikt voor het onderzoek van Helge Niemann, die vorige week een beurs kreeg om aan het NIOZ te onderzoeken hoe micro-organismen plastic kunnen afbreken. ‘Extreem belangrijk milieu-onderzoek’, zei de jury daarover (zie ‘gerelateerde links’).

Het een revolutie noemen vindt Van Leeuwe wat voorbarig, maar dat de expeditie een schat aan kennis en contacten gaat opleveren is duidelijk. “Het is in elk geval een unicum,” besluit ze.

De reis van de wetenschappers is te volgen via de expeditiewebsite (zie ‘gerelateerde links’).

Website NICO-expeditie: https://nico-expeditie.nl/
Maria van Leeuwe en Lennart de Nooijer.
Een boxcore, een instrument om bodemmonsters te nemen.
De eetzaal en de bar van de Pelagia.
Een van de laboratoria aan boord van de Pelagia.