Burgemeester Michiel Uitdehaag hangt ceremonieel de vlag in de houder. (Foto's: Judith Ploegman)
Burgemeester Michiel Uitdehaag hangt ceremonieel de vlag in de houder. (Foto's: Judith Ploegman)

Gerestaureerd Walvisvaardershuisje door Uitdehaag heropend

Laatste kunst & cultuurberichten
Zaterdag werd - na een renovatie- ‘t Walvisvaardershuisje in Den Hoorn heropend. Burgemeester Michiel Uitdehaag kreeg van de driejarige kleindochter van de eigenaren, Erwin en Annetje Capitain, de sleutel aangereikt, opende de deur en hing ceremonieel de vlag in de houder aan de voorgevel. Genodigden kregen een sneak preview, vanaf 30 april is het huisje ook voor publiek weer toegankelijk.

De historie van ’t Walvisvaarders Huisje gaat terug naar 1729, toen Klaas Jacobsz Daalder het kocht om er te gaan wonen. Klaas klom van matroos op tot commandeur op de walvisvaart. Hij verdiende goed en schonk het huisje aan zijn dochter, Trijntje Daalder, die nadat haar broertjes jong overleden met instemming van haar vader haar familienaam behield. Het huisje werd zestig jaar lang bewoond door de familie. Het wordt nog steeds bewoond: de familie Capitain gebruikt het huis als weekend- en vakantiewoning. Zij hebben weinig veranderd aan het interieur en slapen in de oorspronkelijke bedstedes.

Ineke Vonk en Ina Schrama houden er op dinsdagen vertelling. Ze kruipen in de huid van de oorspronkelijke bewoners: “Ik ken Trijntje inmiddels zo goed. Ik zie voor me hoe ze hier, in de blauwe kamer, aan de keukentafel zit en hoe de dorpsbewoners haar groeten als ze voorbij lopen: Dag, mevrouw Daalder!”, vertelt Vonk.

De blauwe kamer is de kamer aan de straatzijde. De verf op het hout van de bedstedes verhaalt al van de rijkdom van de walvisvaarders: het kleurpigment dat is gebruikt was duur en schaars. Schrama kruipt voor de gelegenheid in de huid van Trijntje:

“Ik heb altijd in dit huis gewoond. In de keuken zit op de tegeltjes dat mooie hart. In andere huizen hebben ze bloemmotieven, maar wij hebben een hart. Mijn vader zei dan: “Vrouw, als ik op zee ben en jullie zien dat hart, dan weten jullie dat ik aan jullie denk.” Het hart is met kurk op de keukenwand gestempeld, vertelt Schrama. Als je er dichtbij staat is dat aan het poreuze patroon goed te zien.

Het huisje kampte met vochtproblemen. Het voegwerk in de muren was dusdanig uitgesleten dat het regenwater niet meer langs, maar in de muren liep. In de roze kamer, de zijkamer met twee roze geschilderde bedstedes, is een expositie ingericht die het restauratieproces laat zien. Daar is ook het mierennest te zien dat werd gevonden:

“Onder de keuken vonden we bij de werkzaamheden een mierennest. Het was een nest van houtmieren. Ze eten hout en ook het voegwerk, een kalk- en zandmengsel dat op Texel veel gebruikt werd en dat flexibeler is dan cement, zodat een huis kan mee bewegen. Toen we het mierennest weghaalden, bleek eronder een nog veel ouder nest te zitten,” vertelt Erwin Capitain.

“De vorige restauratie is vijftig jaar geleden. De architect merkte na de werkzaamheden op dat het er nu weer vijftig jaar tegenaan kan. Wij hopen op driehonderd jaar. Van een 300 naar een 600 jaar oud Walvisvaardershuisje, dat zou mooi zijn.”

’t Walvisvaardershuisje is vanaf 30 april op maandagen tussen 14.00 en 17.00 uur opengesteld voor publiek. De vertellingen en rondleidingen van Ineke Vonk en Ina Schrama zijn op dinsdagochtend, elke twee weken. De eerste gelegenheid is op 1 mei. Zie voor meer informatie de website, via de link rechts op de pagina.

Website ‘t Walvisvaardershuisje: http://www.walvisvaardershuisjetexel.nl/index.htm
Ineke Vonk en Ina Schrama vertellen.
De kamer met de prijzige blauwe kleur.
Het op de keukenmuur gestempelde hart.
De mierenhoop die onder de keuken werd gevonden.
Een doorkijk van de gang naar de keuken.