Logo: Edwin Boering
Logo: Edwin Boering

Eilanders onder elkaar (42)

Eilanders onder elkaar
You’ll never walk alone, maar soms zou dat wel fijn zijn. Wekelijks verzorgen onze redacteuren Elisabeth Waverijn en Henk Cornelissen een column in de vorm van een tweespraak tussen twee eilanden. Elisabeth is Texelse, Henk is Wieringer. Deze keer gaat het over helden.

Elisabeth,
Meer dan eens was me tijdens de overtocht naar Texel het lied Ferry cross the Mersey te binnen geschoten, toen een dag of tien geleden het doodsbericht van Gerry Marsden doorkwam. En nu gebeurt het me daardoor nog vaker. Het is een scène op een veerboot, maar dan over de Mersey in Liverpool. Veerpont van Drs. P had me ook kunnen overvallen, maar op het Marsdiep krijg je niet zo gauw het heen-en-weer als, bijvoorbeeld, op de pont over het Noord-Hollands Kanaal tussen Anna Paulowna en Julianadorp. Dan maar die brede rivier in Liverpool.

In de klassieker van Gerry & the Pacemakers komt de zanger tot het besef dat hij blij is met de plek waar hij is. En daar moet ik op het Marsdiep soms aan denken. Niet dat er veel te mijmeren valt over de schoonheid van de omgeving, als je pal voor de klep staat en van de TESO de auto niet uit mag, maar dat terzijde. Gelukkig weet ik hoe het eruit ziet en het komt wel weer. Wat zou het fijn zijn als we op het bovendek aan het buffet een vaccin konden halen!

Tja, in deze tijd gaan veel oude helden hemelen. Helaas werd deze sympathieke zanger door een plaatjesdraaier op de radio aangeduid als Gary. Kan gebeuren als boosaardig gekrijs boven het geluid van een aggregaat al muziek mag zijn, maar goed, hij stond er in elk geval nog bij stil. Gerry & the Pacemakers werden vooral bekend door You’ll never walk alone, lang voordat Lee Towers ermee kwam. Het werd het strijdlied van Liverpool FC. Gerry en de Gangmakers haalden het uit een musical, Carousel. De fameuze Rodgers & Hammerstein wilden er in 1945 mee zeggen dat je er nooit alleen voor staat in je leven.

Mooi, maar bij oppervlakkige beschouwing heeft de titel ook iets beangstigends. Ik vind het wel fijn, af en toe eens een stukje alleen te lopen. Er hoeft niet altijd iemand bij, achter de dijk in Den Oever, met zicht over de Waddenzee op Oudeschild. Ik stel me wel eens voor dat daar dan een Texelaar wandelt, kijkend naar Wieringen, zich afvragend of daar ook iemand zijn hoofd leeg loopt te maken. Sometimes you may walk alone.

Maar goed, Gerry mag dan niet meer onder ons zijn, we horen hem nog wel. Dat intussen nog een paar helden zijn gestorven, valt niet uit te sluiten, want het gaat best hard soms. Vandaag (donderdag) gedenken we Peter Post, de legendarische wielrenner en ploegleider, die tien jaar geleden overleed. Ook is het nu precies 64 jaar geleden dat Humphrey Bogart, van de legendarische film Casablanca, zijn laatste rookwolk uitblies. Hij is van een andere tijd, maar het mooie van helden is dat ze materiaal achterlaten, waardoor ze ons nog lang bijblijven.

Hoe is het met jouw helden? Leven ze nog een beetje?

Groeten, Henk


Henk,
Daar stel je me toch een vraag. Ongeveer vijf jaar geleden was ik een keer bij een bijeenkomst waar iedereen iets moest zeggen over zijn held. Ik weet niet meer precies wat het doel was van de workshop, maar deze vond plaats op een netwerkdag die georganiseerd werd door de overheid. Ik werd uitgenodigd vanwege mijn deelname aan een start-up-project, dat overigens nooit van de grond is gekomen. Maar goed, terug naar de helden. Alle deelnemers kwamen netjes met hun held aanzetten en ik zei iets in de trant van: ‘Ik geloof niet dat je mensen als held moet afschilderen, want ze hebben allemaal wel iets gedaan waar je het niet mee eens bent.’ Echt zo’n vervelende betweteropmerking. En misschien een beetje een pessimistische insteek, maar ik ben het er nog steeds wel mee eens.

Ik snap natuurlijk best wel dat je helden ook op andere manier kunt interpreteren en dat er wel mensen zijn die op sommige gebieden een held zijn. Een vriendin die ik tegenkwam op het conservatorium toen ik zeventien was, is denk ik de grootste superfan die ik ken. Ze studeerde blokfluit op de klassieke afdeling. En je raadt het niet, zij was de grootste fan van Michael Jackson die je maar kon vinden. Haar studentenkamer hing vol met posters, ze had een Michael Jackson-pop, een kussentje, noem maar op. Ook haar kledingstijl was door hem geïnspireerd. Dat vond ik in het begin best wel gek, maar het wende en het was niet alsof ze de hele dag over hem praatte. Het was meer dat ze de positieve aspecten van zijn leven en persoonlijkheid meenam in haar eigen en dat vond ik eigenlijk best wel mooi.

Prasath is ook best wel van de helden, maar meer van de fictionele, die zijn dan nog wat gemakkelijker te aanbidden naar mijn idee. Toen ik Prasath leerde kennen, hield hij maar niet op over anime en zijn obsessie met cartoons. Daar kreeg hij niet heel veel reactie op, dus daar is hij wel mee gestopt. Ik moet zeggen dat ik de Marvel- en de DC-series en -films wel vermakelijk vind, maar om te zeggen dat het mijn helden zijn…

Bij Prasath gaat dat aanbidden dus verder dan bij mij. Als ik even niet oplet vernoemt hij onze kinderen/huisdieren naar fictionele karakters die ik niet ken. Gelukkig kun je uit de naam Lucas niet meteen afleiden welke gedachtegang daar bij Prasath aan voorafging. Als Prasath niet de hele tijd ‘Luke, I am your father’ rondbazuint, is Lucas best een normale naam.

Groeten, Elisabeth